“Mijn werk bestaat voor een groot deel uit het bespreken van actuele onderwerpen.” Speciaal voor jonge meiden organiseren we vier MeidenMalls, een wekelijkse activiteit waar serieus wordt gepraat, maar waar zeker ook ruimte is voor luchtige zaken, zoals koken, make-up of knutselen. De meiden zijn onderverdeeld in twee leeftijdscategorieën; 10-12 jaar en 12-16 jaar.
“Jongens en meiden zijn verschillend en hebben ook met andere ontwikkelingsopgaven maken”, vertelt Inge. “Meiden hebben vaak te maken met een laag zelfbeeld, zijn volop bezig een eigen identiteit te ontwikkelen en hebben te maken met een grote prestatiedruk.” Om deze onderwerpen bespreekbaar te maken, gebruikt Inge bestaande methodieken, of haakt ze tijdens een activiteit in op wat er in de groep gebeurt. “Als een meisje tijdens een make-upmiddag zegt dat ze lelijk is, spring ik daarop in. ‘Je bent mooi zoals je bent, van binnen en van buiten’ is een belangrijke les, die we alle meiden willen bijbrengen.”
Actuele zaken spelen een grote rol in de gesprekken met de meiden. Onlinegedrag, social media en digitaal pesten zijn aan de orde van de dag. “Recent bleek dat er online naaktfoto’s van een meisje rondgingen. Veel meiden in de groep wisten ervan. Het is belangrijk dat ze zich realiseren welke impact dit op iemand kan hebben. Iemand kan daar een levenslang trauma aan overhouden. Sexting is een actueel en gevoelig onderwerp en het is belangrijk dat meiden een plek hebben waar ze daar in een veilige setting over kunnen praten, nadenken en een mening vormen. Waarom gebeurt dit zoveel tegenwoordig? Wat vind ik hiervan? Hoe kan ik me beschermen tegen ongewenste verspreiding van naaktfoto’s?”
Inge vertelt verder; “Ik heb meegemaakt dat een meisje in de problemen kwam, omdat ze dacht online een leuke jongen te ontmoeten. Dit bleek bij een afspraakje toch een oudere man te zijn, die een ander beeld bij de ontmoeting had. Dit soort situaties is enorm zwaar voor het meisje in kwestie. Door haar goed te begeleiden bij onder andere het jongerenwerk is zij in de loop van de tijd toch een stuk weerbaarder geworden. Waar nodig hebben wij ook contacten met andere organisaties, bijvoorbeeld het Sociaal Team. We kennen de sociale kaart in de stad en weten wanneer het goed is er iemand bij te vragen.”